Ga direct naar de inhoud

‘Je moet wel allebei een passie voor horeca hebben’

Maarten en Jill passie hebben.jpg

Jill en Maarten startten in 2016 hun eerste restaurant. Inmiddels runnen ze drie horecazaken en hebben ze bijna zestig medewerkers in dienst. Hoe is het om samen zo’n groot horecabedrijf te managen – naast een gezin? Hoe hebben ze de taken verdeeld? En welke tips hebben ze voor startende ondernemers?

Jill en Maarten hebben al meer dan de helft van hun leven een relatie, sinds hun zestiende. Een zaak runnen met je partner is niet voor ieder stel weggelegd; Jill en Maarten vinden het juist heel fijn om samen iets op te bouwen. ‘Maarten en ik delen dezelfde passie en ambitie,’ vertelt Jill. ‘We genieten allebei heel erg van het werk. Ik denk dat het zo goed gaat omdat we een goede taakverdeling hebben. Ik houd me vooral bezig met de creatieve dingen: met de inrichting en de kaart. Maarten is meer bezig met de zakelijke kant: financiën, inkoop, verzekeringen, dat soort dingen. We vullen elkaar heel goed aan.’ 

 

Waarom niet een eigen zaak?

In 2016 begon het stel hun eerste restaurant, met de toepasselijke naam Why Not. ‘Dat kwam een beetje uit het niets op ons pad,’ vertelt Maarten. ‘Ik was in die tijd ergens anders bedrijfsleider en had het daar naar mijn zin. Jill werkte ook al in de horeca. We aten regelmatig bij de voorloper van Why Not, tot op een dag de eigenaars vroegen of wij de zaak wilden overnemen. Zij moesten stoppen wegens omstandigheden en wisten dat wij de ambitie hadden om ooit voor onszelf te beginnen. We zijn gaan nadenken of we dat risico konden nemen.’ Jill: ‘Als we onze vrienden en familie uitnodigen om te komen eten en ze inzetten als ambassadeurs, kunnen we misschien quitte draaien, dachten we. Vervolgens hebben we geld geleend bij de bank met het idee: Als het niet werkt, dan verkopen we het weer. Maar de zaak liep meteen heel goed, boven verwachting zelfs.’ 

Vliegende start

In het begin werkte Maarten in de keuken, naast een chef-kok. Jill deed de bediening. Jill: ‘We merkten al snel dat er personeel bij moest. Na een paar maanden keihard werken zijn we twee weken op vakantie gegaan. Daarna hebben we direct meer personeel aangenomen. Nu zitten we al bijna op zestig man personeel. Dat hadden we nooit durven dromen.’ Maarten: ‘We hebben heel veel opstarttijd en energie gestopt in Why Not en dat loopt nu als een trein. We hebben er een fijn team staan, waardoor we ons op nieuwe uitdagingen hebben kunnen richten.’

Groot uitvalrisico

Met één medewerker is het risico op uitval relatief groot. Hebben Jill en Maarten het verzuimrisico direct verzekerd? Maarten: ‘Plots heb je je eigen zaak en komt de behoefte aan verzekeringen naar voren. In het begin waren we zwaar oververzekerd. Als starters wilden wij onze risico’s minimaliseren. Gevoelsmatig hadden we niet het vermogen om grote klappen zelf op te vangen. Met verloop van tijd is ons team flink gegroeid. Als we het verzuim nog steeds zo zouden dekken als in het begin, zouden de kosten hiervoor gigantisch zijn. Tegelijkertijd kunnen wij uitval nu veel beter opvangen, juist doordat we een groter team hebben.’

Jill: ‘Tijdens corona hadden we twee langdurig zieken op rij. Dat hakte er wel even in. Gelukkig hadden we een goede arbodienst. Dat zijn dan de momenten dat je kosten-baten van bepaalde verzekeringen gaat heroverwegen.’ Maarten: ‘Belangrijk is dat je voor jezelf een bepaald risico inschat en wat de impact daarvan kan zijn op de onderneming. En dan de grote vraag: kan ik het zelf dragen ja of nee en voor hoelang?’

 

Tweede zaak

Een jaar later begon het stel Nolita. Jill zag dat ze een pandje tegenover Why Not al heel lang aan het verbouwen waren. ‘Ik had al snel het gevoel dat het iets voor ons kon worden. Op een gegeven moment zei ik tegen Maarten: “Kunnen we daar niet iets kleins beginnen voor overdag?” Toen zei Maarten: “Ga jij maar alvast een plan schrijven, dan kunnen we kijken of het uitkomt.” Al snel werd duidelijk dat de ondernemer er vanaf wilde. De huur was laag en Why Not draaide goed, dus wij zagen er niet heel veel risico in. Al vrij snel hebben we ook daar een heel team in gezet.’ 

Jill: ‘Nolita voelt echt als mijn kindje. Daar zijn we begonnen met American pancakes in een knalroze interieur. Maar na een tijdje heb ik het hele concept omgegooid. Ik vroeg me daarbij af: Wat heeft Nijmegen nodig en wat vind ik echt leuk? Als je iets verkoopt waar je zelf honderd procent achter staat, dan loopt dat goed.’

 

Financieel ingedekt

Weer een paar jaar later kwam Paradiso op hun pad. ‘Die timing was niet perfect,’ vervolgt Jill. ‘Ik was hoogzwanger van de tweede en corona maakte net zijn entree. Dat was super pittig, maar ook dat hoort bij het ondernemerschap.’ Maarten: ‘We hebben ons toen wel even goed achter de oren gekrabd of het slim was om er nog een zaak bij te nemen. Maar we zagen het eindresultaat helemaal voor ons. Wel hadden we onszelf direct financieel ingedekt, door de opslagruimtes boven de zaak te verbouwen tot appartement. Op die manier dekt de huur voor een groot deel onze kosten voor die zaak.’ Jill: ‘Ook Paradiso loopt goed, omdat het concept klopt. We serveren daar eten uit de mediterrane keuken, dat vindt bijna iedereen lekker.’

Goed afstemmen

Drie zaken en twee kinderen is hard werken. Het stel houdt het vol, omdat ze het werken in de horeca zo leuk vinden. Jill springt het liefst al om acht uur op de fiets om naar Nolita te gaan. ‘Ik vind moeder zijn ook heel leuk. Dat is wel een struggle, want ergens in mijn hoofd zou ik het liefst fulltime werken, maar ik wil ook zo veel mogelijk bij mijn kinderen zijn. Ik probeer nu vier hele dagen op de zaak te zijn. Onze kinderen staan hoe dan ook op nummer één. Of ik dat nou ben of Maarten: één van ons brengt ’s avonds de kindjes naar bed.’ Maarten werkt vier à vijf dagen. De tijd die ze niet op de zaak zijn, brengen ze door met de kinderen. Maarten: ‘We kunnen ook best op vakantie, als we dat maar goed afstemmen met het team.’

 

Geen personeelstekort

Medewerkers aannemen doen Jill en Maarten samen. Maarten: ’Dat deden we eigenlijk samen. Want nu hebben we voor elk bedrijf een bedrijfsleider. Wel willen we altijd even een nieuwe medewerker zien, tijdens het sollicitatiegesprek of op de eerste werkdag, om te weten wie we in huis halen.’ 

Problemen om personeel te vinden hebben ze niet. Jill: ‘Juist omdat we veel medewerkers hebben, krijg je ook weer sneller personeel. Ik hoor heel vaak: “Een vriendin van me wil hier komen werken.” Daar zorg ik actief voor door te adverteren op social media en door regelmatig personeelsfeestjes te organiseren. In mei hebben we een kasteel afgehuurd en zijn we met het hele team een nachtje weggeweest. Dan leer je elkaar supergoed kennen.’ Maarten: ‘Tegelijkertijd hebben we steeds meer mensen nodig en daardoor eigenlijk constant vacatures online. Maar ons bereik is ook steeds groter. Gelukkig krijgen we onze roosters vooralsnog steeds goed rond.’

Maarten regelt de contracten. ‘Wij geven nooit zomaar een vast contract. We willen eerst zeker weten of iemand het leuk vindt, of het past en of we bij elkaar passen. Dat willen we eerst voorzichtig aftasten in een proefperiode. Daar hebben we ook echt wel veel van geleerd.’ 

Gegroeid in leidinggeven

Personeelsmanagement blijkt echt een vak apart. Ook daar is het stel gaandeweg achter gekomen. Jill: ‘Leidinggeven is gewoon niet echt mijn kracht. Ondernemen wel en met mensen praten ook. Ik ben supertrots op ons team en dat laat ik ook blijken. Ons team is onze kracht waardoor wij verder kunnen met ondernemen. Natuurlijk ben ik ook kritisch. Als ik door de zaak loop, zie ik van alles en daar spreek ik de medewerkers meteen op aan. Dat doe ik ook als ik zie dat het goed gaat. Maar mensen de wacht aanzeggen, dat kan ik niet. Maarten is daarin wel iets harder, dus dat balanceert mooi. En als ik iemand echt niet goed vind werken, bespreek ik dat met de bedrijfsleider. Samen kijken we of we actie moeten ondernemen.’ 

 

Goede combinatie

Het stel is nu bezig met een vierde zaak. ‘Ook dat kwam op ons pad. Het kan omdat het team zo goed functioneert,’ legt Maarten uit. ‘We zitten nog in de onderhandelingsfase, maar we zien er wel heel veel potentie in.’ Jill: ‘Deze zaak ligt heel dichtbij de andere drie zaken; aan een park met een heel grote speeltuin. De volwassenen kunnen dan bij ons goede koffie, lekkere sapjes en hapjes halen en daar in het parkje van genieten. Bovendien wilde ik nog een dagzaak. Dan hebben we twee dagzaken en twee dag- en avondzaken. Dat kunnen we mooi combineren.’

Beste keus ooit

Horecazaken staan of vallen met goede reviews. Jill deed de sociale media altijd zelf, met plezier. Op een gegeven moment besteedde ze haar tijd liever aan andere dingen. ‘Ik vind het wel heel belangrijk, want als ik ergens ga eten, kijk ik zelf ook altijd eerst op Instagram. Sinds een half jaar besteden we het beheer van onze Instagrampagina’s uit. Dat was de beste keuze ooit, want het ziet er nu supermooi uit. Het is wel een investering per maand, maar het geeft me heel veel rust.’ 

Reviews handelen ze zelf af. ‘Bij een slechte review halen we meteen het team bij elkaar om uit te vinden hoe dat kon gebeuren,’ vervolgt Jill. ‘In het begin trok ik me kritiek heel erg persoonlijk aan. Inmiddels weet ik dat smaken nu eenmaal verschillen. Je kunt niet iedereen blij maken. Verder kun je beter voorkomen dan genezen. Dus als ik merk dat mensen langer dan gewoonlijk op hun eten moeten wachten, geef ik ze iets van het huis en zeg ik meteen: “Sorry, het duurt allemaal iets langer.” 

 

Groeien van fouten

Tot slot: heeft het stel nog tips voor stellen die samen een bedrijf willen beginnen? Jill: ‘Je moet wel echt een passie delen. En in het begin maak je superveel fouten; kleine, maar ook hele grote. Daar groei je ook echt onwijs snel door; dat maakt je alleen maar sterker.’ Maarten: ‘Zorg dat je gezamenlijk een zo duidelijk mogelijk doel voor ogen hebt, en ga er dan honderd procent voor!’

Zorgeloos ondernemen in de horeca?

Verzeker je horecazaak tegen de meest voorkomende risico's. Sluit vandaag nog een verzekeringspakket af!

Geschreven door

Ook interessant