Wat is er veranderd?
In de WAB is vastgelegd wat er precies wordt verstaan onder een oproepovereenkomst. Dat kan een nul-urencontract zijn of een min-maxcontract. Betaalt u elke maand 1/12 deel van de afgesproken uren op jaarbasis uit? Dan is er geen sprake van een oproepcontract. Maakt u als werkgever gebruik van een oproepovereenkomst? Dan gelden de volgende, nieuwe regels:
- U bent verplicht de werknemer minimaal vier dagen van tevoren schriftelijk op te roepen. Doet u dit niet op tijd? Dan hoeft de werknemer niet te komen werken.
- Trekt u de oproep binnen vier dagen in of wijzigt u het aantal uren? Dan heeft de werknemer toch recht op loon over het aantal uren waarvoor u hem in eerste instantie had opgeroepen. U moet de oproepkracht per brief of e-mail op de hoogte brengen van de gewijzigde of ingetrokken oproep.
- Wanneer in een cao of publiekrechtelijke regeling is opgenomen dat de oproeptermijn geen 4 dagen maar korter is, dan mag u hiervan afwijken. Wel moet u de oproepkracht uiterlijk 1 dag van tevoren inlichten.
- Wanneer de werknemer met een nul-urenovereenkomst de arbeidsovereenkomst met u wil beëindigen, dan heeft hij een opzegtermijn van vier dagen. Voor de andere vormen van een oproepcontract (zoals een min-maxcontract) geldt dit niet.
Wat blijft hetzelfde?
Sinds de Wet werk en zekerheid (WWZ) gelden er nieuwe regels voor oproepcontracten. Met de invoering van de WAB zijn enkele regels rond arbeidscontracten veranderd. Hieronder vindt u een overzicht van aandachtspunten voor de inzet van oproepkrachten die hetzelfde zijn gebleven.
Heeft u geen werk?
Dan mag u volgens de wet afspreken om alleen de eerste 26 weken geen loon te betalen. Tenzij dit anders vermeld is in de cao.
Heeft u minder werk?
Stel, u heeft een oproepkracht in dienst met een oproepcontract op basis van 20 tot 30 uur per week. Maar u heeft slechts 5 of 15 uur per week werk voor deze werknemer. De oproepkracht kan u dan verplichten om hem voor 20 uur per week salaris te betalen.
Is uw werknemer ziek?
De oproepkracht heeft bij ziekte recht op loondoorbetaling van de uren die hij zou werken.
Heeft u minder dan drie uur werk?
De oproepkracht heeft recht op minimaal drie uur loon per oproep, ook wanneer hij minder dan drie uur heeft gewerkt. Dit geldt ook voor een werknemer met een arbeidscontract van minder dan 15 uur per week, waarin de tijdstippen waarop hij moet werken niet zijn vastgelegd.
Duurt de arbeidsovereenkomst ten minste 3 maanden en werkt de oproepkracht regelmatig?
Let op! Dan kan het ‘rechtsvermoeden’ ontstaan dat de werknemer in dienst is voor het gemiddelde aantal uren dat hij in de drie voorafgaande maanden heeft gewerkt. Met andere woorden: de werknemer kan dan van de werkgever hetzelfde gemiddelde loon vragen, ook al is er minder werk.
Na 12 maanden contract voor bepaalde tijd
Na een contractperiode van 12 maanden moet u uw oproepmedewerker een overeenkomst aanbieden waarin u vaste werkuren afspreekt. Dit aantal uren moet het gemiddelde zijn van het aantal gewerkte uren van de afgelopen 12 maanden. Ook als u dit niet doet, heeft de werknemer recht op loon over het gemiddeld aantal gewerkte uren vanaf het moment dat u het aanbod had moeten doen.
Vergeet de ketenregeling niet!
Een oproepovereenkomst is een arbeidsovereenkomst. Sluit u meerdere oproepovereenkomsten voor bepaalde tijd? Dan geldt de ketenregel: u mag uw werknemer niet meer dan drie tijdelijke contracten binnen 36 maanden geven.
Let op: de WAB heeft ook gevolgen voor het proeftijdbeding, de transitievergoeding en de ketenregeling. Heeft u nog vragen over oproepovereenkomsten of de WAB? Daarmee kunt u altijd bij ARAG terecht.