Ga direct naar de inhoud

WGA-premies voor 2025 bekend: wat betekent dit voor jou?

WGA premies bekend.jpg

Medio juli 2024 zijn de premies voor 2025 bekend gemaakt; dat is beduidend eerder dan in voorgaande jaren. Voordeel is dat we als tussenpersoon met de werkgevers in gesprek kunnen gaan; en meer tijd hebben om een goede inschatting te maken van hun WGA-lasten in het komende jaar. Henk den Hertog, relatiemanager inkomensverzekeringen bij ABN AMRO Verzekeringen, vertelt alvast meer over deze nieuwe premies.

De UWV financiert de Wet gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid (WGA) door werkgevers te belasten. Jaarlijks ontvangen werkgevers in december de beschikking Werkhervattingskas (Whk) met hierin de nieuwe premies voor het komende jaar voor de ziektewet en WGA. Van de WGA-premie betaalt het UWV de uitkeringen van werknemers die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn. Werkgevers betalen de WGA door middel van een vaste sectorpremie (UWV-sector) of een individuele premie, of een combinatie van beiden.  

 

De premies van 2025 

De WGA-premie wordt geheven over het gemaximeerde SV-loon. Dat is het loon dat de medewerker krijgt en waarover de werkgever belastingen en sociale verzekeringspremies inhoudt. Voor 2025 zijn de premies als volgt: 

  • Kleine werkgevers met een loonsom tot € 990.000,- betalen een vaste sectorpremie. Deze vaste premies zijn afhankelijk van de UWV-sector waaronder jouw bedrijf valt.  
  • Middelgrote werkgevers met een loonsom tussen € 990.000,- en € 3.960.000,- betalen een combinatie van een sector- en een individuele premie. Hoe hoger de loonsom hoe hoger het aandeel van de individuele premie.  
  • Grote werkgevers met een loonsom boven de € 3.960.000,- betalen een individuele premie. Deze premie wordt berekend aan de hand van de WGA-uitkeringslasten die aan de werkgever worden toegerekend. Dit zijn WGA-uitkeringen die na twee jaar ziekte aan (ex-) medewerkers worden verstrekt. De minimumpremie bedraagt 0,20% over de gemaximeerde SV-loonsom (bij geen of lage WGA-instroom). De maximale premie bedraagt 3,32% over de genoemde loonsom.  

Wat valt op bij de premies voor 2025? 

Het UWV heeft in 2024 de WGA-premies fors verlaagd en heeft sindsdien een tekort aan baten (ofwel: inkomsten), om de uitkeringslasten volledig te kunnen financieren. In de jaren hiervoor had het UWV juist een te hoge premie berekend, waardoor ze een vermogen binnen het Whk-fonds hadden opgebouwd van 1,2 miljard euro. Dit is ongeveer 50% van de jaarlijkse uitkeringslasten.

Voor 2025 heeft het UWV de ‘gemiddelde premie’ weer licht verhoogd met 7,79%. Dit is echter te weinig om de afbouw van het opgebouwde vermogen (lees: reserve) tegen te gaan. Met deze minimale premieverhoging neemt het vermogen binnen het Whk-fonds namelijk verder af. De verwachting is dat tegen het einde van 2025 het vermogen in het Whk-fonds gehalveerd zal zijn. En dat is slecht nieuws voor de werkgever… 

Vermogen van fondsen (bedragen x 1 miljoen euro)

  2023 2024 2025
Aof 28.175 33.892 39.781
Whk 1.161 734 554

Bron: Juninota 2024 (UWV)

De gevolgen voor de toekomst 

Om de baten (inkomsten) voor de Whk in de pas te laten lopen met de uitkeringslasten zal het UWV de WGA-premies in de komende jaren verder moeten verhogen. Immers, het opgebouwde vermogen zal deels in stand moeten blijven om in de komende jaren een stabiel premiebeleid te kunnen bieden. 

Hoewel de minister van SZW nog geen definitief besluit heeft genomen over het voortzetten van de 60-plusregeling in 2025, gaat het UWV in de nota “Gedifferentieerde premies WGA en Ziektewet 2025” ervan uit dat deze regeling na 2024 wordt stopgezet. Deze regeling wordt n vanuit een ander fonds (Aof) gefinancierd. Mocht de 60-plusregeling worden stopgezet, komen de uitkeringslasten (WGA) weer voor rekening van het Whk-fonds. Daardoor zal het tekort verder op gaan lopen.  

60-plusregeling 

De 60-plusregeling is eerder in het leven geroepen om de druk bij de verzekeringsartsen van het UWV af te laten nemen. De arts hoeft de 60-plusser niet meer te keuren; een arbeidsdeskundige hoeft alleen het dossier te beoordelen. Deze leeftijdscategorie krijgt daardoor ‘makkelijker’ een WIA-uitkering toegekend. Zij krijgen dan maandelijks 70% van het laatstverdiende salaris uitgekeerd.  

Zoals eerder gemeld wordt deze regeling niet gefinancierd vanuit de Werkhervattingskasfonds (Whk), maar vanuit het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof).   

Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) 

Vanuit het arbeidsongeschiktheidsfonds worden de volgende uitkeringen gefinancierd: 

  • IVA-uitkeringen; 
  • WAO-uitkeringen; 
  • WAZ-uitkeringen; 
  • Wazo-uitkeringen; 
  • WGA-uitkeringen die niet (meer) aan de werkgever kunnen worden toegerekend; 
  • Ziektewetuitkeringen. 

Ook hiervoor moeten werkgevers een premie afdragen, zodat mensen die langdurig ziek of arbeidsongeschikt zijn een uitkering kunnen krijgen. De Aof-premie is een gedifferentieerde premie; voor kleine en grote werkgevers worden er verschillende premies gehanteerd. Voor kleine werkgevers bedraagt de Aof-premie dit jaar 6,18% en voor grote werkgevers 7,49%.  

De Aof-premie wordt jaarlijks vastgesteld door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ten opzichte van 2023 heeft de minister deze premies verder verhoogd. Dat valt slecht te verklaren: de overheid heeft binnen dit fonds namelijk een enorm vermogen opgebouwd. Zonder verdere premie-aanpassing in 2025 gaat het opgebouwde vermogen in 2025 groeien naar ongeveer 200% ten opzichte van de uitkeringslasten die vanuit dit fonds worden gefinancierd. Een groot contrast met het Whk-fonds dus. Voor de Aof zou het dus logisch zijn als de overheid komend jaar een verlaging gaat doorvoeren. Het opgebouwde vermogen staan hier niet in verhouding tot het werkelijke risico. Wellicht goed als iemand in de Tweede Kamer hier eens vragen over gaat stellen.  

 

Werkgever: kijk naar de lange termijn! 

Ik raad werkgevers aan om niet alleen naar de premieontwikkeling te kijken op korte termijn, maar meerdere jaren vooruit te kijken. Hoe gaat de premie zich ontwikkelen, zowel publiek (via UWV) als privaat (lees: via een verzekeraar)?  

Daarbij is het ook belangrijk om de potentiële instroom (zieke medewerkers die mogelijk in gaan stromen de komende jaren) mee te nemen in jouw besluit om dit risico publiek of privaat te verzekeren. Verzekeraars bieden veelal een meerjarig contract aan, waarbij de premie gedurende de contractperiode gelijk zal blijven. Deze premiestabiliteit is een belangrijk voordeel tegenover de onzekerheid rond de ontwikkeling van de premies van het UWV.  

Geschreven door

Ook interessant

Helpen bij DI personeel

  • personeel
  • duurzame-inzetbaarheid