Wat veroorzaakt zelfontbranding door broei?
Zelfontbranding door broei komt voor bij allerlei verschillende materialen en zowel bij vaste stoffen als bij vloeistoffen. De temperatuur van een materiaal stijgt, zonder warmte uit de omgeving op te nemen. Dit is het gevolg van een zogeheten ‘exotherme reactie’. Dat is een chemische reactie waarbij warmte vrijkomt. Een bekend voorbeeld is broei in (vochtig) hooi.
Olie en poetsdoeken: grote brandrisico's
Spontane zelfontbranding is mogelijk bij onder meer plantaardige en dierlijke oliën (zoals lijnzaadolie en visolie). Maar ook bij verven en lakken op basis van lijnolie, lijmen of vluchtige oplosmiddelen, houtskool en houtkrullen. Vooral de combinatie van olie en textiel vormt een groot brandrisico. Denk aan poetsdoeken die gebruikt zijn om parket in de lijnolie te zetten. Of doeken met lijmresten die dakdekkers op het dak laten liggen. Maar ook vervuilde verffilters in de spuiterij van autoschadeherstelbedrijven en interieurbouwbedrijven leiden regelmatig tot grote brandschade.
Broei in wasgoed
Ook lakens en handdoeken van massagesalons en sauna’s kunnen resten van (etherische) oliën bevatten. Als die op een hoop liggen en er komt zuurstof bij, kan er brand ontstaan. Daarom is het raadzaam om gebruikte lakens en handdoeken te bewaren in gesloten, stalen containers. Zelfs textiel dat al gewassen is, kan nog steeds olieresten bevatten en zo in de wasdroger tot ontbranding komen. Reinig ze daarom op hoge temperaturen en zorg dat alle olie wordt uitgewassen.
Het gaat fout bij een hoge zelfontbrandingstemperatuur
Broei wordt gevaarlijk, wanneer het materiaal zijn warmte niet meer kwijt kan aan zijn omgeving. Dit kan gebeuren als het is ingepakt of samengeperst. Hierdoor kan de temperatuur zo hoog worden, dat het materiaal gaat smeulen of zelfs ontvlamt. Kortom: er ontstaat een hoge zelfontbrandingstemperatuur. Met brandbare materialen in de directe omgeving breidt een beginnend brandje zich dan snel uit tot een verwoestende vuurzee.
Broei voorkomen op de boerderij
De meeste agrariërs weten precies waar de broeirisico’s liggen. Maar risico’s liggen altijd op de loer. We geven hier daarom nog eens drie extra preventiemaatregelen voor op de boerderij:
- Plaats compact gebundelde hooibalen niet vlakbij brandbare materialen.
- Plaats thermokoppels in silo’s of in andere bulkopslagen. Zo kun je in de gaten houden of de temperatuur niet te hoog wordt.
- Zorg dat het kuilgras niet te droog is: het droogstofpercentage (‘ds’) mag niet hoger zijn dan 50 procent. Bij maïs mag het droogstofpercentage niet onder de 35 procent komen.
Broei voorkomen na olie- en schilderwerkzaamheden
De meeste broei ontstaat lang na afronding van de werkzaamheden. Meestal pas als iedereen naar huis is. Het zijn vooral verfrommelde doeken met olie of verfresten die een verhoogde kans op brand geven door broei. Beperk de risico’s op broei door:
- Gebruikte doeken, kwasten en rollers onder te dompelen in een bak met water. Je kunt doeken ook uithangen of uitleggen om te drogen.
- Houtskool volledig te laten afkoelen. Voorkom ook dat er een luchtstroom kan plaatsvinden.
- Verffilters regelmatig te reinigen of te vervangen.
Wat kun je zelf doen bij broei?
Mocht er ondanks de maatregelen toch iets gaan broeien, probeer dan altijd brand te voorkomen. Als broei in een bulkbunker plaatsvindt, trek deze dan uit elkaar zodat de broeihaard kan worden geblust. Vindt broei plaats in een silo? Laat blussen dan aan de brandweer over. De kans op een stofexplosie is zeer groot als je zelf (op de verkeerde manier) gaat blussen. Broei in doeken kun je vaak blussen met water of door de doeken af te dekken. De brand dooft dan door zuurstofgebrek.
Als de broei toch tot brand leidt, breng dan altijd eerst de aanwezigen in veiligheid en bel daarna gelijk 112.