Soorten brandmelders
Er zijn veel verschillende typen brandmelders op de markt. Een gecertificeerde installateur kan u adviseren over de juiste keuze voor uw bedrijf. Het belangrijkste onderscheid is dat tussen handmelders en automatische melders. Voor het eerste type is iemand nodig die het toestel activeert (bijvoorbeeld door een ruitje in te drukken) als er brand is. Hij alarmeert daarmee iedereen in het gebouw. Buiten werktijd of in onbemande (opslag)ruimtes is dit niet praktisch. Een automatische melder merkt de beginnende brand zelf op en geeft dan alarm, bijvoorbeeld aan een meldkamer.
Soorten automatische meldinstallaties
Bij automatische melders gaat het vaak om rookmelders, maar er zijn ook andere typen zoals de thermomelder. Dat is een brandmelder die op temperatuur reageert. Geavanceerdere melders ‘besnuffelen’ de lucht in een ruimte om rookontwikkeling te detecteren. U kunt rookmelders ook aan een inbraakmeldsysteem koppelen om zo de brand te laten doorgeven aan een meldkamer.
Wel of niet verplicht
Of een brandmeldingsinstallatie verplicht is, hangt af van de grootte van het pand en welke werkzaamheden er plaatsvinden. Ook de zelfredzaamheid van uw personeel en eventuele bezoekers speelt een belangrijke rol. Legt u een brandmeldinstallatie aan? Dan heeft u ook een ontruimingsalarminstallatie en ontruimingsplan nodig.
Eisen aan een brandmeldinstallatie
Doorgaans moet u een brandmeldinstallatie aanleggen volgens de NEN 2535 of NEN 2575. Deze NEN-normen schrijven het ontwerp en de uitvoering voor van de brandmeldinstallatie die u moet installeren. Er staat ook in waar u melders moet plaatsen en aan welke specifieke eisen een installatie moet voldoen. Dit gebeurt op basis van een zogeheten Programma van eisen. De brandweer en de opdrachtgever ondertekenen dit programma. Eist een verzekeraar de installatie? Dan moet ook deze partij het programma ondertekenen. Alleen wanneer u de brandmeldinstallatie heeft aangelegd volgens het Programma van eisen, ontvangt u een certificaat.
Regelmatig keuren en testen
Om zeker te weten dat uw installatie goed werkt, is regelmatig testen en keuren belangrijk. Dit is geregeld in de NEN 2654. Test de installatie elke maand en laat jaarlijks een keuring uitvoeren om uw certificaat te behouden. Let op: een bedrijf dat installaties aanlegt (een branddetectiebedrijf) is niet automatisch ook het onderhoudsbedrijf.
Bedenk ook dat een brandmeldinstallatie is aangelegd voor een specifiek risico. Gaat uw bedrijf iets anders doen? Dan moet u nagaan of de installatie bij die nieuwe activiteiten past.
Meer informatie over brandmelders vindt u op de website van de brandweer en het CCV.