‘De elektriciteit die uit het stopcontact komt, voldoet aan alle normen; die is dus ‘schoon’. Door alle moderne apparatuur die we tegenwoordig op de elektrische installatie aansluiten, raakt die elektriciteit ‘vervuild’: de van oorsprong regelmatige output raakt verstoord. Deze storingen kunnen een negatief effect hebben op de levensduur en functionaliteit van de op het net aangesloten elektrische apparatuur. Ze kunnen leiden tot opwarming van de installatie(componenten), tot energieverliezen en een minder efficiënte werking van de elektrische installatie.
Risico: brand
Niet alle installaties zijn ontworpen om met deze verstoringen om te gaan. Als er in een bedrijf bijvoorbeeld veel meer apparaten worden aangesloten dan waar de installatie op berekend is, kan dat voor grote problemen zorgen. In het uiterste geval kan vervuilde elektriciteit zelfs leiden tot brand. De voornaamste oorzaak hiervoor is overbelasting van kabels, automaten en zekeringen. Dit gaat gepaard met warmteontwikkeling, wat uiteindelijk kan resulteren in brand.
Wettelijke eisen
In de nieuwe NEN-1010-norm zijn nieuwe wettelijke eisen gesteld aan installaties waarop de eerdergenoemde elektrische apparatuur is aangesloten. In de norm worden eisen gesteld aan de maximale elektrische stromen en de manier waarop de installatie beschermd wordt door bijvoorbeeld zekeringen en de dikte van kabels. Het is van essentieel belang om de eisen uit de NEN-1010 in acht te nemen om de vervuiling tot een minimum te beperken. Bedenkt dat veel bestaande installaties niet (volledig) aan de nieuwe eisen voldoen, zeker niet wanneer later moderne elektronische apparatuur is toegevoegd.
Ook wordt de NEN-1010 af en toe geüpdatet. Zo werd in 2021 deel 8 gepubliceerd. Deze kijkt naar 'prosumer'-installaties: installaties die zowel energie afnemen als kunnen produceren. In de tekst gaat het vooral over hoe alles zo efficiënt mogelijk kan worden aangesloten. En hoe je het beste met vermogens en belasting omgaat.
Risicomanagement is vooruitzien
Ik adviseer daarom ondernemingen die met veel elektronische apparatuur werken – of veel zonnepanelen op het dak hebben staan – om zicht te krijgen (en te houden) op de mate van vervuiling in de elektrische installatie. Zo kunnen ze namelijk mogelijke problemen voorzien zoals storingen of zelfs uitval van apparatuur, onnodige energieverliezen en opwarming van de installatie, wat brand tot gevolg kan hebben. Dat stelt ze in staat om tijdig preventieve maatregelen te nemen.
Hoe vervuild is jouw installatie?
Ook jij kan dat inzicht krijgen. Bijvoorbeeld door deskundig verrichte metingen en analyses van de meetdata. Daarnaast zorgt de installatie van een kwaliteitsmonitoringsysteem, bestaande uit hardware (meters) en software, voor een continu inzicht. Hierdoor houd je de vinger aan de pols, ook bij toekomstige wijzigingen in de kwaliteit van elektriciteit in je installatie.’