Ga direct naar de inhoud

Nieuwe wetten en regels in 2025: wat verandert er voor jou?

Regels en wetten 2024.jpg

Ook dit jaar krijg je als ondernemer te maken met nieuwe wetten, wetswijzigingen en aangepaste regels die van invloed kunnen zijn op je financiën, personeel en bedrijfsvoering. Sommige wijzigingen zijn op 1 januari al ingegaan, andere worden in de loop van 2025 verwacht. In dit artikel zetten we de belangrijkste veranderingen voor je op een rij, zodat je goed voorbereid een nieuw ondernemersjaar ingaat.

Wijzigingen per 1 januari 2025

Een aantal veranderingen zijn met ingang van het nieuwe jaar direct van kracht gegaan. Dit zijn de belangrijkste wijzigingen voor jou als zzp’er of mkb-ondernemer:

Personeel en inkomen

Minimumuurloon verhoogd

Het wettelijk minimumuurloon voor werknemers van 21 jaar en ouder is dit jaar verhoogd naar € 14,06 per uur. Pas je salarissen op tijd aan om boetes van de Arbeidsinspectie te voorkomen. Werknemers mogen namelijk niet onderbetaald worden.

Sinds 2024 is het minimumloon per maand veranderd in een minimumloon per uur. Hierdoor is het minimumuurloon voor iedereen gelijk, of je nu 40 of 32 uur per week werkt. Voor alle werknemers van 21 jaar en ouder geldt het vaste minimumuurloon. Voor werknemers van 15 tot en met 20 jaar gelden vaste minimumjeugdlonen per uur. 

Thuiswerkvergoeding omhoog, reiskostenvergoeding blijft gelijk

Je mag werknemers die thuiswerken voortaan een onbelaste vergoeding geven van maximaal € 2,40 per dag. In 2024 was dit € 2,35. Dit geldt ook als werknemers een deel van de dag thuiswerken. Met deze vergoeding kun je bijdragen aan de extra kosten die thuiswerkers maken, zoals voor water, elektriciteit, toiletpapier, koffie en thee.

De reiskostenvergoeding blijft € 0,23 per kilometer. Let erop dat je moet kiezen tussen de thuiswerkvergoeding of de reiskostenvergoeding voor de loonbelasting. Beide toepassen mag niet.

Subsidies voor personeel

Voor 2025 en 2026 veranderen de subsidies voor personeel. Zo is per 1 januari het Lage-inkomensvoordeel (LIV) afgeschaft. Hierdoor ontvang je geen tegemoetkoming meer voor werknemers met een laag inkomen.

Het loonkostenvoordeel (LKV) voor oudere werknemers (56+) wordt geleidelijk afgebouwd. Het bedrag daalt van € 3,05 per uur (maximaal € 6.000 per jaar) naar € 1,35 per uur (maximaal € 2.600 per jaar). Per 1 januari 2026 wordt het voordeel volledig afgeschaft. Let op: dit geldt alleen voor werknemers die op of na 1 januari 2024 bij in dienst zijn gekomen. Voor werknemers die vóór 1 januari 2024 zijn begonnen, blijft dit voordeel wel bestaan.

Aanpassing toepassen lage WW-premie

Vanaf 1 januari mag je bij overwerk de lage WW-premie (2,64%) toepassen voor werknemers met een vast contract. Dit geldt tot een maximum van 30% extra uren bovenop hun vaste uren. Voor parttime werknemers die tussen de 30 en 35 uur werken, betaal je voortaan ook de lage WW-premie. Eerder gold dit alleen vanaf 36 uur (fulltime)

Strengere regels voor personeel uit het buitenland

Als je buitenlandse werknemers in dienst hebt, moet je rekening houden met strengere regels. Zo moeten arbeidsmigranten van buiten de EU een tewerkstellingsvergunning hebben, tenzij het kennismigranten (hoogopgeleide immigranten) zijn. Daarnaast ben jij verantwoordelijk voor het regelen van Nederlandse taalcursussen voor arbeidsmigranten die langdurig in Nederland verblijven.

Meer werktijd voor jongeren

Voor jongeren met een bijbaan of vakantiewerk zijn de regels verruimd:

  • 13- en 14-jarigen mogen op niet-schooldagen en in vakanties tot 20.00 uur werken (dit was tot 19.00 uur).
  • Zij mogen nu ook op zondag werken. Voorwaarde is wel dat ze de zaterdag ervoor vrij zijn. Ook is het aantal zondagen beperkt: in elke periode van 16 aaneengesloten weken moeten zij minstens 5 zondagen vrij hebben.
  • 15-jarigen mogen op niet-schooldagen tot 20.00 uur werken en in vakanties tot 21.00 uur.
  • Jongeren onder de 16 jaar mogen niet werken in een ruimte waar alcohol wordt geschonken, zoals een café of restaurant.

 

Belastingen

Verlaging mkb-winstvrijstelling en zelfstandigenaftrek

De mkb-winstvrijstelling is verlaagd van 13,31% naar 12,71%. Hierdoor is jouw belastbare bedrag hoger en betaal je meer belasting dan in 2024. Ook de zelfstandigenaftrek daalt naar € 2.470 (dit was € 3.750). Hierdoor moet je als ondernemer over een groter deel van je inkomen belasting betalen.

Inkomstenbelasting: verandering schijven en tarieven 

Per 1 januari is er een nieuwe belastingschijf waardoor je over het eerste deel van je inkomen minder belasting betaalt. Dit zijn de belastingtarieven die je in 2025 betaalt als je jonger bent dan de AOW-leeftijd:

  • Schijf 1: 35,82% (inkomen tot € 38.441).
  • Schijf 2: 37,48% (inkomen van € 38.441 tot € 76.817).
  • Schijf 3: 49,50% (inkomen boven € 76.817).

Arbeidskorting omhoog

De arbeidskorting is verhoogd naar maximaal € 5.599 (dit was € 5.532). De korting is afhankelijk van jouw belastbare winst en wordt lager vanaf een inkomen van € 43.071.

Algemene heffingskorting (AHK) omlaag

De algemene heffingskorting (AHK) is verlaagd. De maximale algemene heffingskorting is dit jaar € 3.068 (dit was € 3.362). Bij het minimuminkomen geldt de maximale aftrek. De AHK wordt lager zodra je meer verdient dan het minimuminkomen.

Meer belastingvoordeel voor kleine bedrijven in bedrijfsopvolgingsregeling (BOR)

Een belangrijke wijziging voor mkb’ers die bedrijfsopvolging overwegen, is de aanpassing van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). Als je een onderneming erft of geschonken krijgt, betaal je belasting. Hoeveel belasting je moet betalen, hangt af van de waarde van het bedrijf. Als je het bedrijf voortzet betaal je tot een bepaald bedrag minder of geen erfbelasting of schenkbelasting, bijvoorbeeld als je het familiebedrijf overneemt van je ouders. Dit heet de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR).

Krijg je een onderneming door een schenking of erfenis? Dan betaal je dankzij de BOR geen schenk- en erfbelasting tot een bedrijfswaarde van € 1,5 miljoen (dit was € 1.205.871). Voor bedrijfswaarden boven € 1,5 miljoen daalt de vrijstelling van 83% naar 70%.

In 2025 is de voortzettingseis verlaagd van vijf naar drie jaar. Dit betekent dat je het bedrijf dat je krijgt al na drie jaar mag verkopen. Deze regel biedt meer flexibiliteit voor ondernemers die hun bedrijf willen overdragen via een schenking of erfenis.

Let op: vanaf 2026 worden er aanvullende wijzigingen in de BOR verwacht. 

Kleineondernemersregeling in andere EU-landen

Doe je (ook) zaken in andere EU-landen? Dan mag je vanaf 1 januari deelnemen aan de kleineondernemersregeling in de EU (EU-KOR). Als deelnemer kun je een btw-vrijstelling krijgen in een of meerdere EU-landen waar je klanten actief zijn. Dit zijn de belangrijkste wijzigingen per 1 januari:

  • De verplichte deelnameperiode van drie jaar komt te vervallen. Je kunt je dus op elk moment afmelden.
  • Wil je je opnieuw aanmelden, dan hoef je niet meer drie jaar te wachten. Je kunt je op elk moment aanmelden voor het nieuwe jaar. De uitsluitingsperiode geldt dus alleen nog voor de rest van het kalenderjaar waarin je je hebt afgemeld.
  • Deelname aan de KOR eindigt voor buitenlandse ondernemers. Woon je als ondernemer niet in Nederland, maar heb je in Nederland wel een vaste inrichting voor de btw én maak je gebruik van de KOR? Dan kan dit per 1 januari niet meer. Mogelijk kun je nog wel gebruikmaken van de nieuwe EU-KOR.

 

Wijziging voor zzp’ers

Meer controle op schijnzelfstandigheid
Werk jij als zzp’er of huur je zzp’ers in? Dan heb je de afgelopen periode waarschijnlijk wel iets gehoord of gelezen over de Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties). Dit is geen nieuwe wet, maar een bestaande wet die vanaf nu strenger wordt nageleefd. In de Wet DBA staat uitgelegd wanneer bij een opdracht sprake is van ondernemerschap of loondienst en uitzendwerk. Werk je als zzp’er maar voldoe je niet aan de voorwaarden, dan heet dat schijnzelfstandigheid.

Schijnzelfstandigheid betekent dat iemand een opdracht doet als zelfstandig ondernemer (zzp’er), maar volgens de regels eigenlijk in loondienst is. Bijvoorbeeld omdat de zelfstandige niet zelf kan bepalen wanneer en hoe het werk gedaan wordt. Dit wordt ook wel verkapt dienstverband genoemd. De opdrachtgever is dan eigenlijk werkgever, maar betaalt niet de belastingen die horen bij loondienst.

De Belastingdienst controleert vanaf 1 januari strenger op schijnzelfstandigheid. Hierbij wordt gekeken of een zelfstandige die je inhuurt wel écht als zelfstandige werkt en dus niet de werkzaamheden uitvoert op een manier die past bij een werknemer in loondienst. Deze controle geldt voor beide partijen, dus óók als je wordt ingehuurd als zzp’er. Als de Belastingdienst vaststelt dat er sprake is van een verkapt dienstverband, kan dat voor beide partijen leiden tot naheffingen. 

Volgens de Wet DBA zijn opdrachtgevers en opdrachtnemers samen verantwoordelijk om schijnzelfstandigheid te voorkomen. Als opdrachtgever moet je dus extra alert zijn op hoe je zzp’ers inhuurt. En als zzp’er moet je ervoor zorgen dat je écht als ondernemer werkt.

Lees hier meer over het voorkomen van schijnzelfstandigheid. 

 

Vervoer en milieu

Geen bpm-vrijstelling meer voor bestelauto’s met CO2-uitstoot

Koop je een nieuwe bestelauto die op benzine, diesel of gas rijdt? Dan kun je de bpm-vrijstelling voor ondernemers niet meer gebruiken. Je moet dan dus belasting van personenauto's en motorfietsen (bpm) betalen. De hoogte van de bpm is afhankelijk van de CO2-uitstoot van het voertuig: hoe hoger de uitstoot, hoe hoger de belasting.

Voor elektrische bestelauto's en andere auto's zonder schadelijke uitlaatgassen betaal je ook na 2025 geen bpm. Met deze nieuwe regeling wil de overheid de verkoop van emissievrije of zeer zuinige bestelauto’s stimuleren.

Lees hier meer over in het artikel 'Bpm-vrijstelling ondernemers verdwijnt 1 januari'.

Verlaging brandstofaccijns verlengd tot eind 2025

De verlaging van de accijnzen op benzine, diesel en LPG blijft nog een jaar gelden. De tarieven blijven dus gelijk aan die van 2024 tot en met 31 december 2025. Dit is een voordeel voor bedrijven met een groot wagenpark of voor ondernemers in de logistieke sector.

Korting op motorrijtuigenbelasting voor uitstootvrije auto’s

Rijd je in een uitstootvrije personenauto? Dan krijg je ook na 2025 korting op de motorrijtuigenbelasting (mrb), ook wel wegenbelasting genoemd. De korting geldt tot en met 2029 en is voor nieuwe en tweedehands personenauto’s zonder uitstoot, zoals elektrische auto's en auto's die rijden op waterstof. De korting wordt de komende jaren als volgt afgebouwd: 

  • 75% in 2025.
  • 25% van 2026 tot en met 2029.
  • In 2030 is er geen korting meer en betaal je het normale tarief.

Let op: bovenstaande geldt alléén voor uitstootvrije personenauto’s. De overige regelingen zijn als volgt:

  • Voor plug-in hybride personenauto’s geldt tot eind 2025 een korting van 25%, daarna komt de korting te vervallen.
  • Heb je een elektrische bestelwagen of bestelwagen zonder uitstoot? Ook dan krijg je in 2025 nog 75% korting. Vanaf 2026 stopt de korting en betaal je het normale tarief.
  • Rijd je in een bestelwagen op diesel of benzine? Dan stijgt het tarief van de wegenbelasting dit jaar met 15% en in 2026 met 6,96%.

Zero-emissiezones gaan van start

Vanaf 1 januari kunnen gemeenten in Nederland zero-emissiezones instellen. In deze gebieden zijn dan alleen emissievrije bestelbussen en vrachtwagens toegestaan. Diesel- en benzinevoertuigen met een emissieklasse lager dan Euro 5 mogen deze zones niet in. Voor Euro 5-voertuigen geldt dit verbod vanaf 1 januari 2027 en voor Euro 6 vanaf 1 januari 2028. 

Duurzaamheid: de CSRD-rapportage

Vanaf 2025 geldt de CSRD-rapportageplicht (Corporate Sustainability Reporting Directive) voor grote bedrijven. Dit betekent dat zij moeten rapporteren over de impact van hun bedrijfsvoering op mens en milieu.

Als mkb’er hoef je niet verplicht te voldoen aan de CSRD, maar je kunt hier wel mee te maken krijgen. Martijn Soeters, Director Financial & ESG Assurance bij Forvis Mazars, legt uit: “De CSRD raakt steeds meer mkb’ers. Bijvoorbeeld omdat hun klanten - die wel CSRD-plichtig zijn - informatie opvragen om zelf aan de verplichtingen te voldoen. Ook worden mkb’ers zich steeds meer bewust van de risico’s die zij lopen wanneer ze niet verduurzamen. Denk aan het mislopen van aanbestedingen, omdat een partij liever in zee gaat met iemand die wél duurzaam onderneemt. Tot slot zien zij dat verduurzaming voordelen biedt voor hun bedrijf, zoals het verkrijgen van subsidies of kansen op de (arbeids)markt.”

  • Martijn vertelt wat je als mkb’er nu al kunt doen als het gaat om de CSRD: “Begin met je erin te verdiepen. Wat is het precies, waarom is het belangrijk en wat betekent het voor jou en de partijen waarmee je samenwerkt? En wat doe je al op het gebied van duurzaamheid? Je kunt bijvoorbeeld eens een informatiebijeenkomst bijwonen over dit onderwerp.”

Meer weten over wat de CSRD voor jou betekent, of over het maken van een stappenplan? Lees dan deze eerder verschenen artikelen:

 

Veranderingen in 2026 en 2027

Zoals je hebt kunnen lezen, zijn veel wijzigingen direct per 1 januari ingegaan. Voor andere wetten en regels geldt dat ze mogelijk in de loop van 2025 of nog later worden ingevoerd. Dit komt doordat het wetgevingstraject uit veel stappen bestaat, waardoor het soms lang kan duren voordat een wet echt ingaat. Zo zijn er een aantal eerder aangekondigde wetswijzigingen die nog goedgekeurd moeten worden, zoals:

Compensatie transitievergoeding alleen voor kleine werkgevers (1 juli 2026)

Heb je een werknemer in dienst die je na twee jaar ziekte wilt ontslaan? Dan moet je op dit moment in veel gevallen een transitievergoeding (ontslagvergoeding) betalen. Het kabinet wil deze regeling vanaf 1 juli 2026 aanpassen. De compensatieregeling geldt dan alleen nog voor kleine werkgevers met minder dan 25 werknemers. Ondernemers met 25 of meer werknemers krijgen geen compensatie meer.

Verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor zelfstandigen (1 januari 2027)

Over een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor zelfstandigen wordt al langere tijd gesproken. Het kabinet wil dat straks alle zelfstandigen verplicht verzekerd zijn tegen arbeidsongeschiktheid, zodat zij minder financiële risico’s lopen door ziekte. Deze wijziging gaat naar verwachting in op 1 januari 2027.

30%-regeling voor expats gaat omlaag naar 27% (1 januari 2027)

Met de 30%-regeling, ook wel expatregeling genoemd, kun je als ondernemer je buitenlandse of uitgezonden medewerker belastingvoordeel geven. Eerder stelde het kabinet voor om deze regeling stapsgewijs te versoberen naar 30-20-10%, maar dat voorstel is teruggedraaid. In plaats daarvan gaat het belastingvoordeel vanaf 2027 omlaag naar 27%. Ook moet het loon van de werknemer hoger zijn om de expatregeling te kunnen gebruiken.

 

Meer nieuwe wetten en regels voor ondernemers

Tot slot zijn er voorgestelde wetswijzigingen waarvan de ingangsdatum nog niet bekend is, maar die wel voor jou als ondernemer relevant zijn. Voorbeelden zijn het verbod op een nulurencontract, het verplicht inzetten van een vertrouwenspersoon en de invoering van de Wet op Rouwverlof.

Wil je op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen? Kijk dan op de website Ondernemersplein.

Geschreven door

Meer voor

Ook interessant